EHBO - EXTRA materiaal | Even Centraal

eerste hulp bij onderzoek

Ben je docent?

Klik hier!

Hallo onderzoeker of ontwerper! Op deze pagina vind je extra informatie voor Eerste Hulp Bij Onderzoek. Heel veel succes en vooral plezier met jouw of jullie onderzoek!

hULP PER KAART

MANIEREN VAN ONDERZOEK

PRESENTEREN

Onderzoeken

FASE 2

Onderzoeke fase 2

Maak een keuze uit de volgende typen vragen:

Beschrijvende vraag: welke maatregelen neemt de school voor een gezonde kantine?
Vergelijkende vraag: zijn broodjes kaas gezonder dan broodjes ham?
Verklarende vraag: waarom is een gezonde kantine noodzakelijk?
Evaluatieve vraag: Heeft de verkoop van fruit bijgedragen aan een gezondere school?
Probleemoplossende vraag: Welke maatregelen moet je nemen om de verkoop van fruit te bevorderen?
Voorspellende vraag: hoe ziet de schoolkantine van de toekomst eruit?

Dit overzicht is niet volledig, er zijn nog andere soorten vragen denkbaar. Vaak zijn vragen een combinatie van verschillende soorten

Een onderzoeksvraag kun je niet altijd in één keer beantwoorden. Door de vraag op te delen in kleinere delen (deelvragen), kun je in kleinere stappen tot het antwoord komen van je grotere vraag.

De onderzoeksvraag ‘Hoe speelt sociale druk een rol bij loopbaankeuzes van leerlingen?’ kun je opsplitsen in een aantal deelvragen.

De vraag ‘Wat is sociale druk?’ is een basisvraag die nodig is om de onderzoeksvraag te stellen.

Andere mogelijke deelvragen zijn:

Wat veroorzaakt sociale druk?
Welk effect hebben ouders op de studiekeuze van leerlingen?
Welk effect hebben ouders op de profielkeuze van leerlingen?

Een hypothese is een stelling of verwachting die je wilt gaan bewijzen of ontkrachten en waar je je onderzoek mee start. Dit doe je met behulp van je voorkennis en bronnen.

Als je bij bovenstaand voorbeeld bijvoorbeeld verwacht dat ouders veel druk uitoefenen op leerlingen om een keuze te maken voor een bepaald profiel of een bepaalde vervolgopleiding, kun je dat met behulp van bronnen en eventueel een eigen ervaring toelichten.

Let op, je hoeft niet altijd een hypothese op te stellen; dit verschilt per type onderzoek.

Om je onderzoeksvraag bij te stellen kun je de volgende stappen gebruiken:

Schrijf de onderzoeksvraag op en onderstreep de verschillende onderdelen.
Maak de onderzoeksvraag breder door erboven begrippen te vervangen door ‘grotere’ begrippen (uitzoomen)
Maak de onderzoeksvraag smaller door eronder begrippen te vervangen door ‘kleinere’ begrippen (inzoomen)

Bekijk op welk niveau je onderzoek wilt doen. Past daar beter een specifieke of algemene vraag bij?

Tip: een kleinere vraag is vaak beter haalbaar.

Voorbeeld

Heb je je hoofdvraag (en deelvragen) geformuleerd, gebruik dan deze checklist. Zorg dat je alle vragen met 'ja' kunt beantwoorden.

🗹 Is het een open vraag?

🗹 Is de vraag passend bij je onderwerp?

🗹 Is de vraag eenduidig? (Is het één vraag?)

🗹 Is de vraag specifiek?

🗹 Is het resultaat meetbaar?

🗹 Is het onderzoek uitvoerbaar?

🗹 Beantwoorden de deelvragen samen de hoofdvraag?

FASE 3

Onderzoeken fase 3

Kwantitatief onderzoek gaat om feiten en cijfers.

Kwalitatief onderzoek is beschrijvend en resultaten worden weergegeven in woorden.

Schema*

*) Bron: Donk, C. van der & Lanen, B. van. (2020). Praktijkonderzoek in de school (4de editie). Coutinho.

Ontwerpen

FASE 3

Ontwerpen fase 3

Kun je voor het ontwerp de volgende vragen met 'ja' beantwoorden?

🗹 Is het makkelijk opnieuw te maken?

🗹 Snapt iedereen het met minimale toelichting?

🗹 Kun je het in maximaal 10% van de tijd voor deze opdracht maken?

🗹 Voldoet je prototype (minimaal) aan je PvE?

Tip: less is more - ga voor goed genoeg!

hulp per kaart

START

Ben je op zoek naar een praktische oplossing of is er een probleem, dan ga je ontwerpen. Zo gebruik je dus informatie om tot een oplossing te komen.

Voorbeelden zijn:

Hoe vang je een mug?
Hoe ontwerp je een schijf van vijf voor vegans?
Hoe orden je je playlist?
Kun je een wekker maken voor dove mensen?
Hoe komt je papieren vliegtuigje zo ver mogelijk

Wil je weten hoe iets in elkaar zit, hoe iets werkt of zoek je een antwoord, dan ga je onderzoeken. Je gaat dus op zoek naar informatie.

Voorbeelden zijn:

Waarom worden sommige mensen vaker gestoken dan anderen?
Krijgen vegans genoeg voedingstoffen binnen?
Hoe werkt het algoritme van Spotify?
Wat zijn de problemen die dove mensen ervaren in het dagelijkse leven?
Wanneer kunnen we met een elektrisch vliegtuig op vakantie?

ONDERDELEN VAN VERSLAG

Klik hier voor:

een inhoudsopgave maken in een Word bestand

een inhoudsopgave maken in een Google docs

BRAINSTORM

Ga hier naar een site waar je gratis digitaal een mindmap kunt maken

BRONNEN

10 tips om meer uit zoekmachines te halen: vind sneller wat je zoekt!

MANIEREN VAN ONDERZOEK

Wat moet je inplannen?

Vooraf

Stel je vragen op en test uit.
Stel vooral open vragen.
Bedenk hoeveel personen je wil interviewen.
Bedenk hoe je de informatie gaat verwerken (samenvatting per vraag, persoon of van het gehele interview).
Plan de interviews op tijd in.
Vraag eventueel toestemming voor video- of geluidsopname.

Tijdens

Leg uit wat je met de uitkomsten van het gesprek gaat doen.
Geef aan hoe lang het ongeveer gaat duren.
Ben beleefd en zorg dat de deelnemers zich op hun gemak voelen.
Vat de antwoorden van je gesprekspartner samen, zodat je gesprekspartner weet dat je het goed hebt begrepen.

Wat moet je inplannen?

Vooraf

Stel vooraf je onderzoeksvragen op en test de vragenlijst met een kritische vriend(in).
Bedenk hoeveel personen je gaat benaderen en hoeveel antwoorden je minimaal nodig hebt.
Beperk het aantal vragen en stel vooral gesloten vragen (wil je enkel antwoorden op open vragen dan is een interview een betere keuze).
Bedenk vooraf hoe je de informatie van je vragenlijst statistisch gaat verwerken.

Tijdens

Geef vooraan in de vragenlijst aan hoe lang het beantwoorden duurt en wat je met de uitkomsten van de vragenlijst gaat doen.

Wat moet je doen?

Waar je ook gaat zoeken, bedenk eerst zoektermen die aansluiten bij je hoofd- of deelvragen.
Heb je een goede bron gevonden, gebruik dan de citaten en verwijzingen naar andere bronnen over hetzelfde onderwerp.
Bepaal steeds of de gevonden informatie relevant, actueel en betrouwbaar is door te kijken of de informatie voorkomt in meerdere bronnen, de schrijver een bekende naam is in het vakgebied en/of de gegevens voortkomen uit een onderzoek. Raadpleeg bij twijfel je begeleider.
Check tussendoor of je met je informatie al je onderzoeksvraag kunt beantwoorden.

Download hier een voorbeeld van een document om je bronnen bij te houden.

Wat moet je inplannen?

Maak een observatieformulier zodat je precies weet waar je op moet letten en zodat je je observaties gemakkelijk kunt vastleggen en analyseren.
Benoem of noteer wat je letterlijk ziet gebeuren, niet wat je denkt dat er gebeurt.
Maak eventueel gebruik van technische hulpmiddelen zoals een camera of stopwatch.
Laat je meerdere mensen hetzelfde observeren, stem dan goed af waar je precies naar kijkt en hoe je dat vastlegt.
Als je mensen gaat volgen tijdens een activiteit, laat dan weten dat je hen observeert.
Combineer eventueel je observaties met een (kort) interview om te duiden wat je hebt gezien.

PRESENTEREN

Op deze websites vind je betrouwbare informatie over het maken van een wetenschappelijke poster:

Hier vind je sjablonen om digitaal een wetenschappelijke poster te maken:

eerste hulp bij onderzoek

Ben je docent? Klik hier!

Onderzoeken

Ontwerpen

hULP PER KAART

Onderzoeken

Ontwerpen

hulp per kaart

Ben je docent?

Klik hier!